informatica

Een blik op de werking van inspectie 2.0

Kevin Van Eenoo |

Op 28 februari zaten we met de Vlaams lerarenopleiders informatica samen met de inspectie informatica/wiskunde. Het was een boeiend gesprek waarbij we een blik kregen op de werking van inspectie 2.0. Met de invoering van inspectie 2.0 wordt er breder, methodologisch onderbouwd doorgelicht. Doorlichtingen worden nu gebaseerd op het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit/CLB-kwaliteit en op wetenschappelijk onderzoek.

Algemeen

Inspectie 2.0 heeft een dubbel doel:

  • enerzijds controle met het oog op erkenning;
  • anderzijds een stimulans zijn voor instellingen.

De inspectie gaat meer in dialoog met scholen en leerkrachten. Onderstaande onderzoeksvragen staan hierbij voorop:

  1. In welke mate ontwikkelt de instelling haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk?
  2. In welke mate verstrekt de instelling kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit en respecteer ze de regelgeving?

Meer informatie over het Referentiekader voor onderwijskwaliteit is te vinden op mijnschoolisok.be. Voor de onderwijsleerpraktijk baseert de inspectie zich naast het referentiekader ook op de leerplannen (die niet door de inspectie ontwikkeld worden) van de doorgelichte vakken.

Inspectie 2.0 vertrekt van ontwikkelingsschalen met vier ontwikkelingsniveaus:

  • beneden de verwachtingen: er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn;
  • benadert de verwachtingen: er zijn nog meerdere punten ter verbetering, maar de sterke punten wegen zwaarder door. Het geheel voldoet echter nog niet aan de verwachting;
  • volgens de verwachtingen: er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten ter verbetering. Het geheel voldoet aan de verwachting;
  • overstijgt de verwachting: vele sterke punten, met inbegrip van significante goede praktijkvoorbeelden.

De ontwikkelingsschalen worden nog gefinetuned op basis van de eerste inspecties volgens het nieuwe referentiekader. Ze worden later openbaar gemaakt. Op het niveau van de onderwijsleerpraktijk zijn er bijvoorbeeld schalen i.v.m. het gevalideerd doelenkader, leer- en leefklimaat, feedback ...

De ontwikkelingsschalen:

  • moeten scholen stimuleren om hun kwaliteit te (blijven) ontwikkelen;
  • zullen zorgen voor transparantie over het onderzoek;
  • helpen bij het opstellen een objectieve en betrouwbare beoordeling;
  • zorgen ervoor dat de doorlichtingsgegevens gestandaardiseerd geregistreerd worden;
  • dienen als basis voor het verslag.

Tips voor leerkrachten

Uit het gesprek met de inspectie informatica/wiskunde kwamen enkele interessante vaststellingen. Daaruit kunnen we een aantal algemene tips voor leerkrachten halen die hopelijk als vanzelfsprekend in de oren zullen klinken.

Zet in op een goede vakgroepwerking en vakoverleg

  • Zorg voor een concrete planning (Wanneer doen we wat? Wat als er iets fout loopt?).
  • Werk samen de leerlijnen uit.
  • Ga voor kruisbestuiving tussen gevestigde waarden en nieuwe leerkrachten.

Vertrek vanuit de leerplandoelen

  • Werk als leerkracht niet teveel volgens je eigen voorkeuren. Werk leerplangericht en geef elk leerplanonderdeel de nodige aandacht om tot een evenwichtige leerplanrealisatie te komen.
  • Volg de handleiding/het handboek niet te slaafs.
  • Vertrek bij het uitwerken van de leerplandoelen vanuit realistische en betekenisvolle contexten.

Zorg voor evenwichtige en transparante evaluatie

  • In de evaluatie moeten de leerplanonderdelen in verhouding tot wat het leerplan vooropstelt verrekend worden.
  • Zorg voor heldere criteria. Ga voor transparantie op het niveau van de volledige evaluatie. Leerlingen moeten weten hoe ze geëvalueerd worden.
  • Heb voldoende aandacht voor (tussentijdse) feedback.
  • Zorg bij het bepalen van een beoordeling voor een duidelijk onderscheid tussen de beoordeling van de vooropgestelde doelen door het leerplan (= wat in rekening gebracht mag worden voor attestering), verdiepende doelen die de leerkracht nastreeft en leefattitudes (die positief gevaloriseerd moeten worden).

Uiteraard nemen de lerarenopleiders de input uit het gesprek met de inspectie mee naar de lerarenopleidingen zodat ook toekomstige leerkrachten meteen mee zijn in deze mindset.

Bronnen:

Geen vak informatica meer in TSO en BSO

Kevin Van Eenoo |

We leven in een gemediatiseerde wereld waarin zowat iedereen gebruik maakt van ICT. Die informatie- en communicatietechnologie hebben we ook steeds vaker nodig in onze professionele werkomgeving. Het is belangrijk om daar in het onderwijs voldoende aandacht aan te schenken, want we willen uiteraard jongeren vormen die goed kunnen functioneren in de maatschappij en klaar zijn voor de realiteit die hen na de studies wacht.

Beslissing van het VVKSO: de feiten

Helaas denken de leerplancommissies van het VVKSO (Vlaams Verbond van de Katholieke Secundaire Scholen) daar anders over. Zij schrappen de aanbeveling om één uurtje informatica te geven uit de lessentabellen van het TSO en BSO. Volgens Chris Smits, secretaris-generaal van het verbond Katholiek Onderwijs, omdat leerlingen in de eerste graad secundair voldoende gewerkt hebben aan hun ICT-vaardigheden en -competenties. Verder is men van mening dat ICT geïntegreerd kan worden in andere vakken en dat leerlingen op die manier voldoende ICT-vaardigheden bijleren.

Dat deze beslissing stof doet opwaaien bij veel (onderwijs)mensen hoeft niemand te verwonderen. Het VVKSO voelde zich, kort na alle commotie in de media, genoodzaakt om een extra nieuwsflits te publiceren waarin het ingenomen standpunt verduidelijkt wordt. Er wordt uitgelegd dat het statuut van het vak informatica niet wijzigt in hun lessentabellen. Het vak behoort in de niet-handelsrichtingen van het TSO en BSO (net als in het ASO) tot het complementaire gedeelte van de lestabellen. Het grote verschil met de situatie tot vandaag, is dat informatica niet meer als keuzevak gesuggereerd wordt.

Scholen zijn dus vrij om toch nog een wekelijks uur informatica op te nemen in het lessenrooster, maar ze mogen vanaf volgend schooljaar een eigen beleid voeren wat die keuze betreft.
De vraag is of men dit vanaf 1 september 2013 ook zal doen. Wanneer lessentabellen een vak suggereren, zijn scholen geneigd om dat advies te volgen. Waarom zou men dit nog doen als de leerplancommissies het vak informatica niet langer als waardige aanbeveling beschouwen?

Leerplannen informatica

In de discussie over het al dan niet afschaffen van het vak informatica blijft men te vaak aan de oppervlakte. We bekijken eerst even de inhouden zoals ze nu aangeboden worden.

Tweede graad BSO

In het leerplan voor de tweede graad BSO (VVKSO) worden eerst een aantal redenen opgesomd waarom men tot op heden sterk aanbeveelt om het vak informatica op te nemen in het wekelijkse lessenrooster:

  1. men streeft bij de leerlingen van de eerste graad B-stroom de vakoverschrijdende eindtermen ICT na, maar die zullen niet altijd bereikt worden. We kunnen er dus vanuit gaan dat heel wat leerlingen de nodige ICT-basiskennis en -vaardigheden nog niet of in onvoldoende mate onder de knie hebben;
  2. heel wat vakgerichte software vereist achterliggende ICT-competenties en functionele ICT-kennis;
  3. sommige leerlingen hebben buiten de school niet de mogelijkheid om hun ICT-vaardigheden verder te ontwikkelen. Hierdoor worden hun kansen beknot op een volwaardige participatie aan de huidige geïnformatiseerde maatschappij;
  4. in de meeste vakken, bij projecten, presentaties, de GIP, ... is een grondige basiskennis van ICT onontbeerlijk;
  5. bij deze leerlingen is het gebruik van ICT bij het "leren leren" een belangrijke ondersteuning.

Bovenstaande items tonen aan waarom het vak informatica nodig is binnen de tweede graad BSO. Kritische lezers zullen sommige punten misschien in twijfel trekken. Zo zijn er waarschijnlijk mensen die ervan overtuigd zijn dat iedereen tegenwoordig toegang heeft tot een computer en (supersnel) internet. Toch is er veel sociale diversiteit en kunnen heel wat kansarme gezinnen zich deze luxe niet veroorloven.

Als we de inhouden bekijken, merken we meteen dat informatica meer is dan enkel werken met de toepassingspakketten. Er werden negen basiscompetenties opgenomen die elke leerling dient te bereiken:

  1. computerapparatuur functioneel verkennen en gebruiken;
  2. besturingssysteem efficiënt gebruiken en aanpassen;
  3. bestands- en schijfbeheer eenvoudig, veilig en functioneel toepassen;
  4. teksten doeltreffend maken, opmaken en structureren;
  5. het internet veilig, gericht en efficiënt verkennen en gebruiken;
  6. een rekenblad doelgericht gebruiken en opmaken;
  7. een gegevensbank doelgericht raadplegen en gebruiken;
  8. presentaties goed en functioneel opstellen en weergeven;
  9. multimedia-gegevens aanpassen en geïntegreerd gebruiken. 

Tweede graad ASO-KSO-TSO

In de inleiding van het leerplan voor de tweede graad ASO-KSO-TSO (VVKSO) lezen we dat het geen zin heeft om de leerlingen vaardigheden aan te bieden die sterk tijdsgebonden zijn, omdat ze op de arbeidsmarkt geconfronteerd zullen worden met totaal nieuwe situaties. Het is volgens dit leerplan wel belangrijk om kennis, vaardigheden en attitudes aan te leren die transfereerbaar zijn naar andere situaties en contexten, en die generatief zijn. M.a.w. in zich het vermogen dragen om in nieuwe situaties nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes te ontwikkelen.

Belangrijk is dat men het ook hier heeft over de sociale diversiteit. Uit onderzoek blijkt dat 3 op 100 leerlingen thuis niet over een pc beschikken en dat er een groot verschil is in de aanwezige hard- en software (MICTIVO-rapport). De cijfers zullen vandaag waarschijnlijk al gunstiger zijn, maar het onderstreept nogmaals dat we rekening moeten houden met de sociaal zwakkere groepen in onze samenleving.

Uit dat rapport blijkt trouwens ook dat 67,4 % van de leerlingen de pc dagelijks gebruiken voor vrije tijd en slechts 15,1 % voor schooldoeleinden. Thuis leren ze m.a.w. niet meteen de basiskennis ICT/informatica die onontbeerlijk is voor de integratie van ICT in de vakken en het gebruik ervan op de arbeidsmarkt.

Opnieuw wordt hier aangetoond dat informatica noodzakelijk is om de werkpunten op het gebied van ICT-kennis, -vaardigheden en attitudes weg te werken. Het vak is er immers om de bestaande skills verder uit te diepen en te vervolmaken. In het leerplan wordt o.a. veel aandacht besteed aan het trainen van de leerlingen in mediawijsheid omwille van het toenemende belang van internet, sociale netwerken, Web 2.0, ...

Dit leerplan bevat 9 competenties. De leerling kan:

  1. op een probleemoplossende manier met toepassingsprogramma’s werken;
  2. bronnen veilig, gericht en efficiënt exploreren en interpreteren;
  3. verwerkte gegevens doelgericht voorstellen;
  4. multimediaal materiaal aanpassen, hanteren en integreren;
  5. veilig en functioneel gegevens raadplegen, delen en uitwisselen;
  6. hard- en software efficiënt beoordelen in functie van het gebruik;
  7. een document doeltreffend structureren en opmaken;
  8. een rekenblad doelgericht gebruiken;
  9. algoritmisch denken.

ICT-integratie

Is het mogelijk om alle inhouden uit deze leerplannen te integreren in andere vakken zoals nu geopperd wordt? Voor sommige competenties is dit misschien mogelijk, maar wie even verder kijkt zal merken dat dit niet voor alle doelstellingen het geval is. Inhouden i.v.m. netwerken, hard- en software, algoritmisch denken, ... zijn bijvoorbeeld al heel wat moeilijker om een plaatsje te geven binnen andere vakken.

Een keuze voor het vak informatica sluit ICT-integratie niet uit natuurlijk! Elke leerkracht zou in staat moeten zijn om met zijn leerlingen aan ICT-competenties te werken, maar daar knelt het schoentje vaak. Heel wat leerkrachten hebben zelf nog werk om die ICT-vaardigheden te verwerven die ze nodig hebben om aan de slag te gaan en dat probleem zal zichzelf niet oplossen naarmate er een nieuwe generatie leerkrachten zich aanmeldt. In de lerarenopleiding merkt men dat instromende studenten onvoldoende ICT-competenties bezitten om al hun taken als leerkracht uit te voeren, laat staan dat ze al de nodige didactische capaciteiten hebben om ICT te integreren in hun lessen. De houding ten opzicht van ICT is ook zeer verschillend. We krijgen te maken met digital natives, maar lang niet iedereen is overtuigd van de mogelijkheden die technologie aan leerkrachten kan bieden.

In de lerarenopleiding van HoGent proberen we dit op te vangen met lessen ICT voor elke leerkracht in opleiding. In het eerste jaar krijgen ze de nodige ICT-competenties mee. In het tweede jaar werken we vervolgens aan de didactische ICT-kennis die elke leerkracht nodig heeft.

Al zijn leerkrachten met de nodige competenties nog geen garantie op succes, want ze hebben vaak te weinig tijd in de klas om aandacht te besteden aan ICT. Verder ontbreekt dikwijls de nodige infrastructuur. De meeste scholen bezitten wel pc-lokalen (soms met verouderde hardware), maar in de klaslokalen is de ICT-ondersteuning meestal vrij beperkt.

Het gevaar bij een geïntegreerde aanpak zonder specifieke lessen informatica is dat ICT op langere termijn waarschijnlijk "weggeïntegreerd" zal worden.

Besluit

Scholen blijven vanaf 1 september 2013 best inzetten op lessen informatica in de tweede graad BSO en TSO. De bagage die de leerlingen in deze lessen meekrijgen bieden de beste garantie op ICT-integratie in de andere vakken.

Op het web